“Wij wilden hier graag steenuilen, een bedreigde diersoort in onze regio. Van het een kwam het ander. Het is een beetje uit de hand gelopen”

In 2008 kwamen Arne Maas en Sabine Dessart in Stolwijk wonen. Bij hun huis zijn ze toen met een klein ecosysteem begonnen. De eerste stap was Project Steenuil. “Wij wilden hier graag steenuilen, een bedreigde diersoort in onze regio. We plaatsten een steenuilenkast en maakten een aantrekkelijke woonomgeving voor deze uil. Van het een kwam het ander. Het is een beetje uit de hand gelopen.”

In 2008 kwamen Arne Maas en Sabine Dessart in Stolwijk wonen.

Paddenpoel

“De steenuil is er nog niet en het is de vraag of dat ooit gaat gebeuren. Maar ons erf en het weiland zijn ook leuk voor andere dieren. Zo zagen we al een bunzing met kleintjes en een hermelijn. In het begin wisten we nog niet zoveel van planten, bloemen, insecten en vogels. Voor de aanplant van ons bosje van zo’n 800 vierkante meter riepen we daarom de hulp in van mensen die er verstand van hebben. Er staan nu 200 inheemse bomen met een takkenril als omheining. Daar kunnen ook weer beestjes in schuilen. Vervolgens moest er ook een poel komen. Dat is nu één groot feest voor padden en groene kikkers.”

Kijken met je oren

“Iemand wees me ooit op een gele kwikstaart met de woorden ‘vogels kijken doe je met je oren’. Daardoor gingen we een Vogelcursus doen. Vogels in onze tuin herken ik nu bijna allemaal, juist aan hun geluid. Op ons ooievaarsnest zit elk jaar een paartje te broeden. Dit jaar was er één jong. Soms komt de groene specht op bezoek. Hij haalt graag bij de moestuin mieren onder de stenen vandaan. Die grote moestuin is helemaal het domein van Sabine. Nu we van alles zelf telen, eten we steeds meer groente en minder vlees. Op een plek als deze ga je vanzelf anders leven.”

Bloemen inzaaien

“Er blijft hier altijd wel iets te doen. We moeten nog iets met de fruitbomen, want die doen het niet goed. Ook was er nog zo’n 4.000 vierkante meter gras, daar zijn we al bijna tien jaar mee bezig. Door het jaarlijks twee keer te laten maaien, met afvoer van het maaisel, was het veld nu schraal genoeg om te laten inzaaien. Dat is via mensen van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard geregeld. We hopen natuurlijk dat we volgend jaar heel veel bloemen hebben, en daardoor insecten en vogels. Even afwachten hoe het uitpakt. Sommige plantensoorten moeten er wel tussenuit, zoals de ridderzuring. Die verspreidt zich snel en verdringt de rest. Er zit niets anders op, ik moet straks met mijn schepje het weiland door.”